Bart over blowen
“Ben ik verslaafd?” Met die korte vraag begon een paar weken geleden een chatgesprek met een jongvolwassene. Het was de start van mijn dienst en het chatgesprek begon dus meteen heel concreet.
“Wat maakt dat je je dat afvraagt?”, was mijn vraag. Hij, ik denk tenminste dat het een jongen was, vertelde dat hij sinds twee weken blowde. Meerdere keren per dag en nu kon hij er niet meer mee stoppen. Hij maakte zich zorgen over wat dit fysiek met hem deed. Liep hij nu misschien schade op die niet meer terug te draaien was? Dat idee beangstigde hem enorm.
Op mijn vraag hoe hij was begonnen, vertelde hij dat het op een feestje was. Gewoon, met vrienden, hij was nieuwsgierig hoe het zou zijn. Natuurlijk wist hij dat het niet goed voor hem was, maar de nieuwsgierigheid won en iedereen deed het toch?
Nee, met zijn omgeving had hij er nog niet over gepraat. Hij wist wat zijn moeder ervan zou zeggen, want die keurde het zeker af. En zijn vrienden vinden het de normaalste zaak van de wereld, dus met hen hierover praten had geen zin.
Daarom probeerde hij het eerst bij ons, hij was ons tegengekomen op Instagram. “Fijn ook dat het per chat kan”, gaf hij aan. “En fijn dat je het probeert”, antwoordde ik terug.
Als vrijwilliger heb ik natuurlijk niet alle antwoorden. Ik gaf aan dat ik goed begreep dat hij wilde stoppen en stelde voor om samen op internet naar informatie te zoeken. Er wordt veel hulp aangeboden, maar wat past bij jouw situatie? We kwamen op een speciaal project over jongeren en wiet. Het was een project bij hem in de stad, wel zo handig. En het ging om Jellinek: een organisatie met een goede naam, waar we wel vaker jongvolwassenen naar doorverwijzen.
In de training leren we dat we samen met de jongvolwassene een eerste stap kunnen bedenken, maar dat de regie altijd bij de jongvolwassene ligt. Het leek deze jongen een goed idee om contact op te nemen met het informatienummer op de site van de betreffende organisatie. Een haalbare eerste stap die meteen heel veel rust bracht. Ik merkte dat hij het fijn vond dat hij weer wat controle terugkreeg.
Of hij het nummer heeft gebeld en wat eruit is gekomen? Ik weet het niet. Dat hoef ik ook niet te weten. “Maar als het niet goed uitpakt, kom je gewoon terug bij ons hoor”, heb ik gezegd. “Dan kijken we samen verder”. Met een goed gevoel sluit ik het gesprek af. Ik hoop echt dat het hem lukt!
Gesprekken
Geloof
Prestatiedruk
Trauma
Wachtlijsten in de GGZ
Over Bart
Bart is 28 jaar en werkt vanaf het begin als vrijwilliger bij de Alles Oké? Supportlijn. In het dagelijks leven is hij getrouwd en werkt hij in het onderwijs. Over het werk bij de supportlijn zegt hij: “De gesprekken gaan over veel verschillende onderwerpen. Maar wat het onderwerp ook is, of hoe heftig het ook is, het is altijd fijn om iemand te helpen door te luisteren en open vragen te stellen”.